h

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

11 februari 2006

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Inmiddels zal de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) pas per 1 januari 2007 in werking treden en komt er een wettelijke verplichting voor gemeenten voorzieningen te treffen (woningaanpassing, vervoer, rolstoel) om de gevolgen van een handicap te compenseren. Neemt niet weg dat deze wet nog steeds veel invloed zal hebben op de zorgvraag van burgers en op de zorgaanbieding van gemeenten. In het kort volgt hier een uiteenzetting wat het doel en de inhoud van deze wet is, daarna de gevolgen en de bezwaren die de SP tegen deze wet heeft.

Doel van de WMO

Iedereen moet in staat gesteld worden aan de samenleving deel te nemen. Als dat voor sommige mensen niet mogelijk is (ouderen, gehandicapten, chronisch zieken) dan moet hulp geboden worden.
De nadruk ligt echter op de eigen verantwoordelijkheid van de burger.

Wat is de WMO

De WMO zal uit verschillende wet- en regelgevingen bestaan. Onder de WMO zullen straks vallen:

  1. Wet Voorzieningen Gehandicapten
  2. Welzijnswet
  3. Delen uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) als Huishoudelijke Verzorging (HV), Openbare Geestelijke Gezondheidzorg (OGGZ) en op termijn ondersteunende en activerende begeleiding.
  4. OGGZ uit de wet Collectieve Preventie Volksgezondheid
  5. AFBZ subsidieregelingen voor: OGGZ, MEE-organisaties, co-ordinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg, diensten bij wonen met zorg, aanpassing ADL-clusters, zorgvernieuwingsprojecten GGZ

De WMO wil dat:

  • Iedereen in de eerste instantie verantwoordelijk is voor zichzelf en voor zijn/haar familie. Bij voldoende draagkracht zal zelf voor ondersteuning/zorg gezorgd moeten worden.
  • De sociale samenhang in de samenleving en de leefbaarheid in de wijken en buurten vergroot wordt. Dit zou bewerkstelligd kunnen worden door mantelzorg, vrijwilligers, buurtwerk e.d.
  • Gemeenten verantwoordelijk zijn om ondersteuning aan te bieden aan die mensen die dat zelf niet kunnen regelen. Het zou dan gaan om zaken als huishoudelijke verzorging, rolstoelen, huisaanpassingen, maaltijdservice. De gemeenten maken zelf keuzes hierin.
  • De ondersteuning dichter bij de bevolking geregeld wordt.
  • De bureaucratie vermindert doordat een aantal wet- en regelgevingen worden samengevoegd.
  • De verantwoordelijkheid bij de gemeenten ligt.
  • Dat de verschillende welzijnspartijen meer samenwerken.
  • Dat de gemeenten diegenen die juist alle instanties mijden zorg aanbieden.
  • De AWBZ gewaarborgd wordt door overname van de ondersteunende gedeelten uit de AWBZ en door in een vroegtijdig stadium al hulp aan te bieden.

Gevolgen invoering WMO

Geld is een belangrijke drijfveer achter de WMO, maar ook 'eigen verantwoordelijkheid' en 'privatisering'. Dat betekent dat de overheid het stimuleert dat met name particuliere organisaties de zorg moeten aanbieden wat voor marktwerking zal gaan zorgen.
De gemeenten zullen door de invoering van de WMO fiks wat bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegeschoven krijgen. In ruil daarvoor krijgen zij een pot geld die te verdelen is onder de zorgvragers. Dit zal betekenen dat jongeren, gehandicapten, chronisch zieken, buurthuizen en sportverenigingen onderling de strijd aan moeten gaan wie wat kan krijgen.
Het recht op zorg zal gaan verdwijnen, in plaats daarvan zullen mensen die dringend zorg nodig hebben afhankelijk zijn van een gemeentebeleid. Zorg zal dan niet meer af te dwingen zijn. In veel gevallen zal zorg geweigerd worden indien deze nog door mantelzorgers en vrijwilligers uitgevoerd kan worden.
Het op termijn verdwijnen van de huishoudelijke zorg en de ondersteunende en activerende begeleiding uit de AWBZ zal tot meer opnames in verpleeghuizen en psychiatrische inrichtingen leiden. Omdat de pot met geld beperkt is zullen gemeenten de vraag om zorg op den duur niet meer aankunnen. Mensen die het thuis nog konden redden met de huidige zorg en ondersteuning zullen op zichzelf teruggeworpen worden en als zelfs dat niet meer lukt vereenzamen en verwaarlozen.
De WMO zal leiden tot rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid. Geen gelijke kansen en al zeker geen deelname aan de samenleving.

Bezwaren SP

  • Mensen worden volkomen teruggeworpen op zichzelf, ook als ze dat eigenlijk helemaal niet kunnen. Ouderen zullen niet gauw om hulp vragen.
  • Het deelnemen aan de samenleving is niet meetbaar. Wat deelnemen voor de een inhoudt is voor een ander heel anders. Gemeenten gaan bepalen wat 'deelnemen aan' is, nl. wie betaalt bepaalt.
  • Het versterken van de sociale samenhang in de samenleving en het vergroten van de leefbaarheid in de wijken is niet af te dwingen middels budgetten. Vrijwilligerswerk is niet af te dwingen, noch mantelzorg.
  • De druk op mantel zorgers en vrijwilligers zal enorm hoog worden. Dit zal ook weer tot problemen leiden.
  • Het is onduidelijk wie en wat zorg gaat leveren mantelzorgers/vrijwilligers voorhanden zijn.
  • Er bestaat een groot risico dat mantelzorgers/vrijwilligers, werk uitvoeren waarvoor ze niet gekwalificeerd zijn.
  • De gemeente krijgt een vast budget, dat betekent dat ze goedkope zorg zal gaan 'inkopen', zoveel mogelijk voor zo min mogelijk geld. Dit betekent kwaliteitsverlies. Bovendien is van tevoren niet te bepalen hoeveel van welke zorg je nodig hebt. Indien de geboden zorg niet naar behoefte is, zal de burger zelf bij moeten betalen.
  • Vast budget betekent ook: op = op!
  • Elke gemeente krijgt een eigen budget, dat betekent dat er tussen gemeenten veel verschillen in zorgaanbieding kunnen ontstaan.
  • Verschillen in 'inkoop' en dus in 'aanbod'.
  • Enschede wil de behoefte aan voorzieningen op wijkniveau realiseren in 14 zgn. woonservicegebieden. Dit betekent dat er tussen deze gebieden verschillen in aanbod ontstaan.
  • Decentralisatie betekent een grotere bureaucratie die ook meer geld gaat kosten. Dit gaat van het vaste budget af, dus ten nadele van het zorgaanbod.
  • De AWBZ wordt uitgekleed.

U bent hier