Enschede

Gemeenten en projectontwikkelaars verdienen kapitalen met grondverkoop. Ook in Enschede lijkt speelruimte voor kinderen in nieuwbouwwijken de sluitpost op de begroting van projectontwikkelaars, stedenbouwkundigen en architecten. Reden dat trapveldjes en speelplaatsen het onderspit delven als het gaat om de aanleg van parkeerplaatsen, woningen of winkelcentra. Landelijk gezien speelt een op de vijf kinderen niet meer op straat. Niet alleen vanwege concurrentie van televisie, computer, sportclub of andere hobby's, maar ook door afname van speelmogelijkheden.

We lijken nauwelijks het belang van voldoende speelgelegenheid te beseffen. Buiten spelen raakt niet alleen het belang van de fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling van het individuele kind, maar is ook van belang van de leefbaarheid van het gezin en de buurt. Op langere termijn leidt dit tot lagere gezondheidskosten en vermindering van vandalisme.

De wijkraad van 't Zeggelt heeft terecht aangedrongen op voldoende speelgelegenheid bij de herstructureringsplannen van de buurt. Helaas, zonder resultaat. In antwoord op vragen van de SP antwoordde de wethouder dat er in de omgeving voldoende speelruimte was, daarmee voorbij gaand aan het belang van speelruimte in de directe woonomgeving van kinderen.

In het collegeakkoord 2002 lees ik nog dat er bij herinrichting van wijken rekening moet worden gehouden met de aanleg van speel/trapveldjes. In 2006 wordt speelruimte niet eens meer genoemd. Net als parkeerruimte en groen moet ook speelruimte zichtbaar zijn in toekomstige plannen waarbij tenminste 3% van de oppervlakte van woongebieden voor buitenspeelruimte bestemd moet zijn, zodanig verdeeld over de wijk dat onveilige situaties zoveel mogelijk voorkomen worden.

Ook tijdens een van de stadsgesprekken WMO viel op dat een tekort aan speelgelegenheid een aantal keren werd genoemd als aandachtspunt. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig dus alle hoop voor de (niet) spelende jeugd van Enschede.

Annelies Futselaar